De Bijbel, Genesis 38

Hoofdstuk: Genesis 38

26
En Juda herkende ze en zei: Zij staat in haar recht, meer dan ik, omdat ik haar niet aan mijn zoon Sela gegeven heb. En hij had voortaan geen gemeenschap meer met haar.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!