De Bijbel, Genesis 38

Hoofdstuk: Genesis 38

25
Terwijl zij de stad uit gebracht werd, stuurde ze een bode naar haar schoonvader om te zeggen: Van de man van wie deze voorwerpen zijn, ben ik zwanger. Ze zei: Kijk toch eens van wie deze zegelring, deze snoeren en deze staf zijn.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!