De Bijbel, Genesis 27

Hoofdstuk: Genesis 27

36
Hij zei daarop: Wordt hij niet terecht Jakob genoemd, omdat hij mij nu twee keer bedrogen heeft? Mijn eerstgeboorterecht heeft hij mij afgenomen, en zie, nu heeft hij mij mijn zegen afgenomen. Verder zei hij: Hebt u dan geen zegen voor mij overgehouden?
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!