De Bijbel, Genesis 27

Hoofdstuk: Genesis 27

33
Toen beefde Izak van grote en hevige schrik en zei: Wie was het dan die een stuk wild gejaagd en het mij gebracht heeft? Ik heb overal van gegeten voordat jij kwam, en ik heb hem gezegend, en gezegend zal hij zijn.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!