De Bijbel, Genesis 21

Hoofdstuk: Genesis 21

14
Toen stond Abraham 's morgens vroeg op, nam brood en een zak met water, gaf die aan Hagar en legde die op haar schouder. Hij gaf haar ook het kind en stuurde haar weg. Zij ging op weg en dwaalde rond in de woestijn van Berseba.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!