De Bijbel, Genesis 19

Hoofdstuk: Genesis 19

14
Toen ging Lot naar buiten en sprak tot zijn schoonzoons, die zijn dochters tot vrouw zouden nemen, en zei: Sta op! Ga naar buiten, uit deze plaats! Want de HEERE gaat deze stad te gronde richten. Maar hij was in de ogen van zijn schoonzoons als iemand die grappen maakte.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!