De Bijbel, Galaten 2

Hoofdstuk: Galaten 2

9
En toen Jakobus, Kefas en Johannes, die geacht werden steunpilaren te zijn, de mij gegeven genade erkenden, gaven zij mij en Barnabas de rechterhand van gemeenschap, opdat wíj naar de heidenen en zíj naar de besnedenen zouden gaan.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!