De Bijbel, Ezechiël 8

Hoofdstuk: Ezechiël 8

17
Toen zei Hij tegen mij: Hebt u het gezien, mensenkind? Is er iets geringer voor het huis van Juda dan deze gruweldaden hier te doen? Ja, zij vervullen het land met geweld. Steeds opnieuw verwekken zij Mij tot toorn. En zie, zij steken wijnranken in hun neus.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!