De Bijbel, Ezechiël 5

Hoofdstuk: Ezechiël 5

11
Daarom, zo waar Ik leef, spreekt de Heere HEERE, voorwaar, omdat u Mijn heiligdom verontreinigd hebt met al uw afschuwelijke afgoden en met al uw gruweldaden, daarom zal Ik u ook kaalscheren, u niet ontzien en zal Ik ook geen medelijden hebben.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!