De Bijbel, Ezechiël 44

Hoofdstuk: Ezechiël 44

13
En zij mogen niet tot Mij naderen om Mij als priester te dienen, en dicht bij al Mijn geheiligde dingen komen, bij de allerheiligste dingen. Zij moeten hun smaad dragen en hun gruweldaden, die zij gedaan hebben.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!