De Bijbel, Ezechiël 36

Hoofdstuk: Ezechiël 36

17
Mensenkind, toen het huis van Israël in hun land woonde, toen verontreinigden zij dat met hun weg en met hun daden. Hun weg was voor Mijn aangezicht als de onreinheid van een afgezonderde vrouw.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!