De Bijbel, Ezechiël 32

Hoofdstuk: Ezechiël 32

25
Te midden van hen die gesneuveld zijn, hebben zij hem een slaapplaats gegeven onder heel zijn menigte: rondom hem zijn zijn graven. Zij zijn allen onbesneden, gevallen door het zwaard, want zij brachten schrik voor hen teweeg in het land van de levenden. Zij dragen hun schande met hen die in de kuil zijn neergedaald. Te midden van dodelijk gewonden is hij gelegd.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!