De Bijbel, Ezechiël 32

Hoofdstuk: Ezechiël 32

2
Mensenkind, hef een klaaglied aan over de farao, de koning van Egypte, en zeg tegen hem: U leek onder de heidenvolken op een jonge leeuw; en u was als een zeemonster in de zeeën, u barstte los in uw rivieren, bracht het water met uw voeten in beroering en maakte hun rivieren troebel.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!