De Bijbel, Ezechiël 31

Hoofdstuk: Ezechiël 31

12
Vreemden, de gewelddadigste van de heidenvolken, hakten hem om en lieten hem liggen. Zijn takken vielen op de bergen en in alle dalen, en zijn twijgen werden afgebroken bij alle waterstromen van het land. Alle volken van de aarde trokken weg uit zijn schaduw en lieten hem liggen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!