De Bijbel, Ezechiël 28

Hoofdstuk: Ezechiël 28

2
Mensenkind, zeg tegen de vorst van Tyrus: Zo zegt de Heere HEERE: Omdat uw hart hoogmoedig is geworden en u zegt: Ik ben God, ik zit op de zetel van God in het hart van de zeeën - terwijl u een mens bent en geen God - geeft u uw hart uit voor het hart van God.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!