De Bijbel, Esther 1

Hoofdstuk: Esther 1

14
met name zij die het dichtst bij hem stonden: Carsena, Sethar, Admatha, Tarsis, Meres, Marsena en Memuchan, de zeven vorsten van Perzië en Medië, die het aangezicht van de koning mochten zien en een vooraanstaande positie innamen in het koninkrijk). De koning zei:
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!