De Bijbel, Deuteronomium 28

Hoofdstuk: Deuteronomium 28

51
Het zal de vrucht van uw dieren en de vrucht van uw land opeten, totdat u weggevaagd bent. Het zal u geen koren, nieuwe wijn of olie overlaten, noch de dracht van uw koeien en de jongen van uw kleinvee, totdat Hij u heeft omgebracht.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!