De Bijbel, Deuteronomium 26

Hoofdstuk: Deuteronomium 26

2
dat u van de eerstelingen neemt van alle vruchten van het land, die u binnenhaalt van uw land, dat de HEERE, uw God, u geeft; en u moet die in een korf leggen en naar de plaats gaan die de HEERE, uw God, zal uitkiezen om Zijn Naam daar te laten wonen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!