De Bijbel, Deuteronomium 26

Hoofdstuk: Deuteronomium 26

14
Ik heb er niets van gegeten toen ik in rouw was, er niets van weggenomen toen ik onrein was en er niets van meegegeven aan een dode. Ik ben de stem van de HEERE, mijn God, gehoorzaam geweest, ik heb gedaan overeenkomstig alles wat U mij geboden hebt.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!