De Bijbel, Deuteronomium 26

Hoofdstuk: Deuteronomium 26

10
En nu, zie, ik heb de eerstelingen van de vruchten van het land dat U, HEERE, mij gegeven hebt, gebracht. Dan moet u ze neerzetten voor het aangezicht van de HEERE, uw God, en u neerbuigen voor het aangezicht van de HEERE, uw God
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!