De Bijbel, 2 Samuel 3

Hoofdstuk: 2 Samuel 3

28
Toen David dit naderhand hoorde, zei hij: Ik en mijn koninkrijk zijn tegenover de HEERE tot in eeuwigheid onschuldig aan het bloed van Abner, de zoon van Ner.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!