De Bijbel, 2 Samuel 19

Hoofdstuk: 2 Samuel 19

19
Hij zei tegen de koning: Laat mijn heer mij mijn misdaad niet toerekenen, en niet denken aan hoe uw dienaar zich misdragen heeft op de dag waarop mijn heer de koning uit Jeruzalem vertrok. Laat de koning het niet ter harte nemen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!