De Bijbel, 2 Samuel 18

Hoofdstuk: 2 Samuel 18

22
Maar Ahimaäz, de zoon van Zadok, zei opnieuw tegen Joab: Hoe het ook zij, laat mij de Cusjiet toch achterna rennen. Joab zei: Waarom zou ú dan toch gaan rennen, mijn zoon, terwijl u toch geen passende boodschap hebt?
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!