De Bijbel, 2 Kronieken 8

Hoofdstuk: 2 Kronieken 8

11
Salomo liet de dochter van de farao vertrekken uit de stad van David naar het huis dat hij voor haar had gebouwd. Want, zei hij, mijn vrouw mag niet in het huis van David, de koning van Israël, wonen, want de plaatsen waar de ark van de HEERE naartoe gekomen is, zijn heilig.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!