De Bijbel, 2 Kronieken 34

Hoofdstuk: 2 Kronieken 34

31
De koning ging op zijn plaats staan en sloot een verbond voor het aangezicht van de HEERE, om de HEERE te volgen, en Zijn geboden, Zijn getuigenissen en Zijn verordeningen met heel zijn hart en met heel zijn ziel in acht te nemen, door de woorden van dit verbond die in deze boekrol beschreven zijn, te volbrengen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!