De Bijbel, 2 Kronieken 34

Hoofdstuk: 2 Kronieken 34

30
De koning ging naar het huis van de HEERE, en iedere man uit Juda en de inwoners van Jeruzalem, de priesters, de Levieten, heel het volk, van de grootste tot de kleinste. En hij las ten aanhoren van hen al de woorden van het boek van het verbond dat in het huis van de HEERE gevonden was.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!