De Bijbel, 2 Kronieken 34

Hoofdstuk: 2 Kronieken 34

3
In het achtste jaar van zijn regering, toen hij nog een jongeman was, begon hij de God van zijn vader David te zoeken. In het twaalfde jaar begon hij Juda en Jeruzalem van de offerhoogten, de gewijde palen, en de gesneden en de gegoten beelden te reinigen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!