De Bijbel, 2 Kronieken 33

Hoofdstuk: 2 Kronieken 33

7
Hij zette ook een gesneden afgodsbeeld dat hij gemaakt had, in het huis van God, waarvan God tegen David en zijn zoon Salomo gezegd had: In dit huis en in Jeruzalem, dat Ik uit alle stammen van Israël verkozen heb, zal Ik voor eeuwig Mijn Naam vestigen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!