De Bijbel, 2 Kronieken 18

Hoofdstuk: 2 Kronieken 18

33
Toen spande een man in zijn onschuld de boog en trof de koning van Israël tussen de verbindingsstukken en het harnas. Toen zei deze tegen zijn wagenmenner: Wend de teugel en breng mij weg uit het leger, want ik ben gewond.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!