De Bijbel, 2 Koningen 5

Hoofdstuk: 2 Koningen 5

11
Maar Naäman werd erg kwaad en ging weg; hij zei: Zie, ik zei bij mijzelf: Hij zal vast en zeker naar buiten komen, voor mij gaan staan, de Naam van de HEERE, zijn God, aanroepen, zijn hand over de plaats strijken en de melaatsheid wegnemen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!