De Bijbel, 2 Koningen 4

Hoofdstuk: 2 Koningen 4

30
Maar de moeder van de jongen zei: Zo waar de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten. Toen stond hij op en volgde haar.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!