De Bijbel, 2 Koningen 10

Hoofdstuk: 2 Koningen 10

15
Hij ging vandaar verder en trof Jonadab aan, de zoon van Rechab, die hem tegemoetkwam. Hij groette hem en zei tegen hem: Is uw hart oprecht, zoals mijn hart dat ten opzichte van uw hart is? En Jonadab zei: Dat is het, ja, dat is het. En Jehu zei: Geef uw hand. Hij stak zijn hand uit en liet hem bij zich op de wagen klimmen.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!