De Bijbel, 1 Kronieken 26

Hoofdstuk: 1 Kronieken 26

32
En zijn broeders waren dappere mannen, zevenentwintighonderd familiehoofden. Koning David stelde hen aan over de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam van de Manassieten, voor alle zaken van God en de zaken van de koning.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!