De Bijbel, 1 Korinthe 5

Hoofdstuk: 1 Korinthe 5

11
Maar nu heb ik u geschreven dat u zich niet moet inlaten met iemand die, terwijl hij een broeder wordt genoemd, een ontuchtpleger is, of een hebzuchtige, of een afgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard, of een rover. Met zo iemand moet u zelfs niet eten.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!