De Bijbel, 1 Koningen 8

Hoofdstuk: 1 Koningen 8

48
en als zij zich in het land van hun vijanden die hen als gevangenen weggevoerd hebben, tot U bekeren met heel hun hart en met heel hun ziel, en tot U bidden in de richting van hun land, dat U aan hun vaderen gegeven hebt, en van de stad die U verkozen hebt, en van het huis dat ik voor Uw Naam gebouwd heb,
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!