De Bijbel, 1 Koningen 2

Hoofdstuk: 1 Koningen 2

22
Toen antwoordde koning Salomo en zei tegen zijn moeder: Waarom vraagt u Abisag uit Sunem voor Adonia? Vraag dan ook maar het koningschap voor hem, want hij is mijn broer die ouder is dan ik. Ja, vraag het maar, voor hem, voor de priester Abjathar en voor Joab, de zoon van Zeruja.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!