De Bijbel, 1 Koningen 16

Hoofdstuk: 1 Koningen 16

34
In zijn dagen bouwde Hiël uit Bethel Jericho weer op. Op zijn eerstgeboren zoon Abiram legde hij de fundamenten ervan, en op zijn jongste zoon Segub richtte hij de poorten ervan op, overeenkomstig het woord van de HEERE, dat Hij gesproken had door de dienst van Jozua, de zoon van Nun.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!