De Bijbel, 1 Koningen 16

Hoofdstuk: 1 Koningen 16

13
vanwege alle zonden van Baësa, en de zonden van Ela, diens zoon, die zij begaan hadden, en die zij Israël hadden laten begaan, om de HEERE, de God van Israël, met hun nietige afgoden tot toorn te verwekken.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!