De Bijbel, 1 Koningen 1

Hoofdstuk: 1 Koningen 1

47
En bovendien zijn de dienaren van de koning onze heer, koning David, komen gelukwensen, door te zeggen: Uw God moge de naam van Salomo beter maken dan uw naam, en zijn troon groter maken dan uw troon; vervolgens heeft de koning zich neergebogen op zijn slaapplaats.
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!