De Bijbel, Psalmen 142

Hoofdstuk: Psalmen 142

Psalmen 142
1 Een onderwijzing van David, een gebed, toen hij in de grot was. 
2 Met mijn stem roep ik tot de HEERE, met mijn stem smeek ik de HEERE. 
3 Ik stort mijn klacht uit voor Zijn aangezicht, ik maak voor Zijn aangezicht mijn benauwdheid bekend. 
4 Toen mijn geest in mij bezweek, kende Ú mijn pad. Zij hebben een strik voor mij verborgen op de weg die ik gaan zou. 
5 Ik keek aan mijn rechterhand en zie, er was niemand die naar mij omzag; voor mij was de mogelijkheid tot ontvluchten verloren, niemand zorgde voor mijn ziel. 
6 Tot U roep ik, HEERE. Ik zeg: U bent mijn toevlucht, mijn deel in het land der levenden. 
7 Sla acht op mijn roepen, want ik ben volkomen uitgeteerd; red mij van mijn vervolgers, want zij zijn machtiger dan ik. 
8 Leid mijn ziel uit de gevangenis om Uw Naam te loven; de rechtvaardigen zullen mij omringen, want U bent goed voor mij.
https://www.bijbelhoek.nl/bijbel/psalmen/142
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!