De Bijbel, Jeremia 32
Hoofdstuk: Jeremia 32
Jeremia 32 32 vanwege al het kwaad van de Israëlieten en de Judeeërs, dat zij gedaan hebben om Mij tot toorn te verwekken, zij, hun koningen, hun vorsten, hun priesters en hun profeten, de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem. https://www.bijbelhoek.nl/bijbel/jeremia/32/32