De Bijbel, 1 Samuel 29

Hoofdstuk: 1 Samuel 29

1 Samuel 29
4 Maar de bevelhebbers van de Filistijnen werden erg kwaad op hem, en de bevelhebbers van de Filistijnen zeiden tegen hem: Laat die man terugkeren, zodat hij terugkeert naar de plaats die u hem aangewezen hebt. Laat hem niet met ons mee ten strijde trekken, zodat hij voor ons geen tegenstander wordt in de strijd. Want waarmee zou deze man bij zijn heer in de gunst kunnen komen? Is het niet met de hoofden van deze mannen?
https://www.bijbelhoek.nl/bijbel/1-samuel/29/4
← naar Bijbel index

Abonneer op onze nieuwsbrief!