De Koran

106 ١٠٦

Deze Mekkaanse soera wordt beschouwd als een vervolg op de vorige. Het algemene idee is dat de heidenen van Mekka dankbaar en slechts toegewijd moeten zijn aan Allāh voor het redden van de Kaäba uit handen van het Leger van de Olifant. Degenen die ontrouw zijn aan Allāh en onaardig zijn tegenover de hulpelozen worden bekritiseerd in de volgende soera.

In de naam van Allāh, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle.
1. Vanwege de gewoonte van de Qoeraisj. 2. Hun gewoonte van het maken van tochten in de winter en de zomer. 3. Daarom moeten zij de Heer van dit Huis aanbidden. 4. Degene die hun tegen de honger voedt en hen veilig stelt voor de angst.
لِإِيلَـٰفِ قُرَيْشٍ ﴿١﴾ إِۦلَـٰفِهِمْ رِحْلَةَ ٱلشِّتَآءِ وَٱلصَّيْفِ ﴿٢﴾ فَلْيَعْبُدُوا۟ رَبَّ هَـٰذَا ٱلْبَيْتِ ﴿٣﴾ ٱلَّذِىٓ أَطْعَمَهُم مِّن جُوعٍۢ وَءَامَنَهُم مِّنْ خَوْفٍۭ ﴿٤﴾
NOTEER:

De Nederlandse vertaling van de Koran wordt slechts gezien als een beste poging om de correcte interpretatie van de betekenis over te brengen. Voor een oppervlakkig beeld is dit voldoende, maar voor een dieper begrip dient men de Koran zelf te raadplegen (d.w.z. het Arabisch).

LET OP: Vertaling bevat nog een aantal fouten! S.v.p. controleren en fouten mailen naar: info (apenstaartje) bijbelhoek.nl.

Abonneer op onze nieuwsbrief!