De Bijbel, 2 Koningen 4
Hoofdstuk: 2 Koningen 4
2 Koningen 4 26 Welnu, loop haar toch snel tegemoet en zeg tegen haar: Gaat het goed met u? Gaat het goed met uw man? Gaat het goed met uw kind? En zij zei: Het gaat goed. https://www.bijbelhoek.nl/index.php/bijbel/2-koningen/4/26